CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN     CURSUSSEN VOOR KINDEREN     LEZINGEN     RONDLEIDINGEN     REIZEN     SCHOOLPROJECTEN     PUBLICATIES     ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

 

 

Archeologisch

Onderzoek

Startpagina

 

Home     Nieuws     E-mail   

DE GEBOUWEN IN SIKAIT

Sikait ligt in een diepe wadi, welke ruwweg naar het noordwesten loopt. Aan beide kanten van de wadi, op de oostelijke en westelijke berghelling, zijn nog steeds de overblijfselen van de gebouwen van de stad te vinden. In totaal zijn er op de site meer dan honderd te identificeren clusters van gebouwen en complexen bewaard gebleven. Een groot aantal van deze bouwwerken zijn relatief goed geconserveerd. Van sommige gebouwen staan de muren nog tot ongeveer 4,5 meter overeind, terwijl er ook veel deuren, nissen, kasten en een soort voorraadkamers bewaard gebleven zijn. Het meest algemene rotstype in Wadi Sikait is veelkleurige schist en wit geaderde kwarts. De meeste huizen in Sikait zijn van dit type steen, dus van lokale steen, vervaardigd, terwijl ook de smaragden uit deze steensoort gewonnen werden. De stenen waarmee de huizen in Sikait werden gebouwd, lijken veelal droog gestapeld te zijn, hoewel bij een aantal gebouwen, een kleiachtige metselspecie werd aangetroffen. Het kan zijn dat ook andere gebouwen op de site met behulp van deze specie werden gebouwd, maar dat deze inmiddels op veel plaatsen is verdwenen als gevolg van erosie.

 

Administration building’

Gebouw Sikait West 001,  bijgenaamd het ‘administration building’,  is wellicht het meest indrukwekkende gebouw op de site. Het is gebouwd op een groot terras, dat van verschillende richtingen te benaderen is. De ‘administration building’ bestaat uit drie kamers, die door middel van deuren in het midden van de ruimtes met elkaar verbonden zijn. Binnenkomend aan de oostkant van het terras, worden de kamers van het gebouw steeds kleiner, waarbij de laatste ruimte, de meeste westelijke kamer, het kleinst is en voor een deel in de rotsen is uitgehakt.

 

De eerste kamer van het gebouw kent twee toegangen: een monumentale deur in de façade aan de oostkant en een kleinere ingang in de zuidmuur. De grote oostelijke ingang is bijna vier meter hoog en meer dan een meter breed. De drempel en de latei boven de deur zijn nog in situ. De eerste kamer is grofweg rechthoekig van vorm. De ruimte is van een plaveisel van platte, onregelmatig gevormde stenen voorzien. De vloer van deze ruimte loopt geleidelijk op. De centrale deur tussen ruimte 1 en 2 wordt aan weerszijden geflankeerd door een dubbele nisconstructie: ‘planken’ van steen met een timpaanversiering erboven; de timpanen vormen een fraai decoratief element. Verder zijn er boven de latei van de deur in deze muur een aantal extra versieringselementen aangebracht in de vorm van stenen die ongeveer 10 centimeter uitsteken ten opzichte van de rest van de muur.

 

De tweede kamer van dit gebouw is, net als de eerste, ook rechthoekig van vorm. De derde kamer is aanzienlijk kleiner en deels in de rotsen uitgehakt. De ruimte meet ongeveer 2 bij 3,5 meter en was oorspronkelijk van een plafond voorzien, gevormd van tenminste zes massieve stenen platen. Twee van deze dakplaten zijn nog in situ.

 

De plaats waar dit gebouw is aangelegd, op een terras hoog boven de wadi-floor, maakt duidelijk dat het moet gaan om een gebouw van importantie. Ook de decoratie van het gebouw wijst hierop.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het centrale deel van de tempel, dat ooit van een stenen vloer was voorzien, stonden oorspronkelijk twee uit de rotsen gehakte zuilen. Ze verdeelden de ruimte en dienden ongetwijfeld om het gewicht van de rotsen, het plafond van de tempel, te dragen. Tegenwoordig staat slechts de zuidelijke zuil nog overeind, terwijl de noordelijke zuil vrijwel geheel is ingestort.

 

In de grote rotstempel werden in de winter van 2002-2003 verschillende conservatie- werkzaamheden verricht. Zo werden de tempelwanden, die grote scheuren vertoonden, verstevigd en verrees er, om het plafond van de tempel weer de nodige steun te geven, een enorme pilaar van lokale steen op de plaats waar zich ooit de noordelijke, nu ingestorte zuil, bevond.

 

Om de bouw van de pilaar mogelijk te maken, moest een deel van het puin op de tempelvloer geruimd worden. Tijdens deze werkzaamheden werd een zeer goed geconserveerde munt gevonden, een tetradrachme van Nero, met een datering van 66/67 na Christus. Bovendien kwam er een zeer ongewoon figuurtje van metaal uit het puin tevoorschijn. Het figuurtje doet noch Egyptisch, noch ‘klassiek’ Grieks-Romeins aan; het lijkt nog het meest op een figuurtje uit het Verre Oosten, uit Azië. Tot dusver zijn er echter geen parallellen uit Azië bekend.

 

De kleine rotstempel

Behalve een grote rotstempel, is er in Sikait ook een kleine rotstempel gebouwd: Sikait East 002. Ook hier gaat het om een in de rotsen uitgehakte tempel. Cailliaud, die Sikait herontdekte, bezocht deze tempel en beschreef en tekende het heiligdom. Op zijn tekening is de ingang van de tempel gedecoreerd met vier zuilen, die op hun beurt bekroond werden met bogen. Boven de deuren nam Cailliaud een zonneschijf met een tweetal slangen waar.

 

De tempelfaçade van de kleine rotstempel heeft echter flink geleden. Want van de door Cailliaud getekende zuilen, zijn alleen die aan weerszijden van het portaal bewaard gebleven. De pilaren die de verschillende toegangen van de tempel van elkaar scheidden zijn verdwenen, terwijl ook de bogen en de decoratie van de zonneschijven en slangen niet meer in hun volle glorie te bewonderen zijn.

 

 Volgens de beschrijving van Cailliaud waren er op de tempelfaçade talrijke inscripties in het Grieks aangebracht. In werkelijkheid blijkt het echter om één enkele, lange Griekse inscriptie te gaan, die eerst door Cailliaud en vervolgens door Belzoni en Wilkinson getranscribeerd werd. Delen van de tekst zijn nog steeds in situ. De inscriptie verhaalt dat de kleine tempel van Sikait gewijd was aan de goden Serapis, Isis en Apollo.

 

In de kleine rotstempel zijn, net als in de grote tempel, in 2002-2003 de nodige conservatiewerkzaamheden uitgevoerd. Bij de tempel werden, ter ondersteuning van het front, drie pilaren van lokale steen gebouwd. Het is de bedoeling om de pilaren te zijner tijd te vervangen door pilaren die meer lijken op de originele zuilen die hier ooit stonden.

 

De grote rotstempel

Direct tegenover de ‘administration building’ ligt gebouw Sikait East 006. Het betreft een monumentale tempel, die vrijwel geheel in de rotsen is uitgehakt. Het is helaas niet bekend aan welke god of goden deze tempel was gewijd en ook de datering van de tempel is onduidelijk. Het kan zijn dat de grote rotstempel uit de Ptolemaeïsche periode dateert en later door de Romeinen werd hergebruikt, gelijktijdig met de laat-Romeinse bewoningsfase in Sikait.

 

De volledige façade van de grote rotstempel meet ongeveer 18 meter. Een tweetal schrijnen flankeren het portaal van de tempel aan weerszijden. Ze waren oorspronkelijk van het centrale deel van de tempel gescheiden door massieve muren, die loodrecht op de rotswand stonden. De twee schrijnen bestaan uit een enkelvoudig portaal met aan weerszijden een zuil. In de heiligdommen bevindt zich een kleine kamer. De zuidelijke schrijn heeft drie nissen in de centrale muur en is gedecoreerd met een zonneschijf en twee cobra’s. In het bovenste deel van de noordelijke muur van het voorportaal is een aantal nissen uitgehouwen. Ook hier is een decoratie met een zonneschijf en een tweetal slangen zichtbaar.

 

Het lijkt erop dat er voor de tempel een ommuurde hof of een soort terras lag, dat waarschijnlijk via een stenen trap bereikbaar was. Misschien dat dit terras ooit van een houten overkapping was voorzien, gezien het feit dat er boven het portaal van de tempel zes regelmatig uitgehakte gaten in de rotsen zijn aangebracht. Het tempelportaal zelf is 4,5 meter breed. Aan weerszijden van de ingang is een Dorische zuil uit de rotsen uitgehakt met een vierkante abacus. Zowel aan de noord- als aan de zuidkant van de kapitelen van de zuilen zijn delen van een Griekse inscriptie teruggevonden. De tekst is echter te fragmentarisch om over de betekenis ervan uitspraken te kunnen doen.

De tempel gaat uiteindelijk tot een diepte van vele meters de rots in. Het heiligdom kent een drietal niveaus, terwijl de vloer van de tempel oploopt, naarmate de vertrekken dieper in de rots zijn uitgehakt. Behalve het genoemde terras, bestaat de tempel uit een zuilenzaal en enkele altaarruimtes, die via een trapje van een aantal treden te bereiken zijn.

‘Tripartite building’

Een ander gebouw van enige importantie op de site is Sikait West 014. Het gebouw ligt op de westelijke helling, ten noorden van de ‘administration building’. SK-W014 bestaat uit drie vertrekken en kent een hele grote hof. Het is gebouwd op een van de grootste terrassen van Sikait. Achter het gebouw werd een grote aardewerkdump aangetroffen. De toegang tot de centrale kamer van het gebouw wordt gevormd door drie deuren: een grotere, geflankeerd door twee kleinere ingangen. Alleen de zuidelijke deur is nog volledig intact.

 

Het terras voor dit gebouw is omgeven door een muur. Een deur aan de zuidkant van de muur verschafte de toegang tot het hof. In de centrale kamer van 014 zijn in de westelijke wand een serie nissen of kasten uitgehakt. In de noordelijke muur van de centrale ruimte treffen we ook nissen met planken aan, terwijl een perfect bewaard gebleven deur vervolgens naar een volgend vertrek leidt.

 

 

Six windows’

Tot slot Sikait East 066.  Dit is een opvallend gebouw aan de noordkant van de site. Het gebouw wordt ook wel ‘six windows’ genoemd en is op een platform gebouwd. Hoe men het gebouw oorspronkelijk benaderde is niet duidelijk; het is mogelijk dat zich aan de zuidwestkant ooit een trap bevonden heeft.

 

Het gebouw bestaat uit twee min of meer rechthoekige vertrekken en er lijkt later een derde, kleine ruimte te zijn bijgebouwd. ‘Six windows’ is goed geconserveerd; de ramen aan de zuidkant van het gebouw zijn allemaal intact: vier in de westelijke kamer (kamer 1) en twee in het oostelijke vertrek (kamer 2).